Slaapkamers zoals wij die nu kennen, waren in de middeleeuwen nog niet bestaand. In plaats daarvan hadden mensen slaapzalen, waarbij het gezin en de dienstboden samen sliepen in één grote ruimte. Dit was voornamelijk vanwege de kou en de gebrekkige verwarming in huizen. Mensen probeerden zoveel mogelijk warmte te behouden door samen te slapen.
Naarmate de tijd vorderde en huizen beter geïsoleerd werden, begonnen mensen zich af te zonderen in hun eigen slaapkamers. In de 18e eeuw werden slaapkamers voor het eerst gebruikt als privéruimte en werd het steeds gebruikelijker om alleen of met je partner te slapen.
In de 19e eeuw werden bedden gemaakt van metalen frame en beddengoed van katoen, wat het slapen comfortabeler maakte dan vroeger. Ook werd het steeds gebruikelijker om in een eenpersoonsbed te slapen, in plaats van in een groot bed met het hele gezin.
Tegenwoordig hebben de meeste mensen een eigen slaapkamer met een comfortabel bed en kussens van hoge kwaliteit. We besteden steeds meer aandacht aan onze slaapomgeving, met behulp van dingen zoals verduisterende gordijnen, white noise machines en zachte verlichting om een comfortabele slaapomgeving te creëren.
Slaapgewoontes zijn dus sterk veranderd sinds de middeleeuwen. Wat ooit een noodzakelijke manier was om warmte te behouden, is nu een privéruimte waar we ons comfortabel kunnen terugtrekken om te rusten en te herstellen.